Faberyayo - Yaynews Issue #235 - 14 januari

Faberyayo - Yaynews | Comfy season
Buiten is het te warm voor het jaar. Koud, maar niet koud genoeg. Er was een paar jaar terug ook zo’n winter die maar niet van de grond kwam. Ik probeer me te bedenken wanneer dat was maar de jaargetijden beklijven niet op dezelfde manier als festivalzomers of lockdownlentes of horeca herfsten of andere mens gemaakte onderscheidingen in het ook al mensgemaakte kalenderjaar.

Ik ga langs bij mijn broertje. Hij woont in ons oude huis. Het is niet zo vol als toen wij er ooit woonden en hij heeft langs de lange wand waarvan we steeds niet wisten wat we er mee moesten een paar handige planken gemonteerd waar foto’s en boeken op kunnen staan. Er is ook een heleboel hetzelfde. De bank bijvoorbeeld. Ons tv meubel. De keuken. Hier ben ik veel geweest. Ik weet het. Het houten keukenblad met het ingebouwde fornuis triggert iets in me. Het licht van de afzuigkap terwijl het buiten donker was. We hebben hier veel mee gemaakt. De keuken zat eerst in een L-vorm de andere kant op. In de koelkast bewaarde ik de kaas en salami die ik met mijn broer op broodjes at tussen het schilderen door. Mans rookte hier die komisch grote joint onder de afzuigkap.
Ik was hier voor de oven een vlek schoon aan het maken toen Lukas belde en zei dat ik even moest gaan zitten. Mijn vrouw hier in een los zittende zomerjurk. De eerste lockdown pizza bakken met de kindjes.

Alles is een leven geleden. Het bestaat niet meer. Ook al is het ene keukenkastje nog steeds zonder tweede deurpaneel. Precies zoals het kapot is gegaan, het is geprobeerd te repareren en uiteindelijk achter is gelaten.
Ik ben ergens wel benieuwd hoe het boven is maar durf er tegelijkertijd niet naar toe. Eigenlijk is dit al te veel. Mijn brein begrijpt niet waarom we hier zijn. Ik ben gekomen om te kaarten en verlies gelukkig als eerste zodat het niet meer dan logisch is dat ik naar huis ga.

Het trappenhuis is het trappenhuis waar mijn zoontje van de trap is gevallen. Ik sta er bovenaan even bij stil. De afstand is niet misselijk. Ik vraag me af of ik hem nog zo zie liggen, met zijn bebloede gezicht wat godzijdank alleen een bloedneus bleek te zijn. Maar het is niet zo. Ik herinner me dat ik het me herinner. Dat we er allemaal van geschrokken waren en dat ik het later op heb geschreven. Maar de trap zelf, nu in dit licht, is gewoon een trap. Eentje waar mensen op naar boven gaan en naar beneden. Richting een warme plek met bekende spullen of op zoek naar avontuur in een al maar veranderende stad.
Mijn fiets is elektrisch. Dat was ie vroeger niet.
Yaynews