Faberyayo - Yaynews Issue #225 - 5 november

Faberyayo - Yaynews | Comfy season
Soms maar niet vaak maar wel soms moet ik denken aan de middelbare school. En dan niet per se de school, maar de periode in mijn leven. De jaren die eindeloos leken te duren en de dagen waar geen einde aan kwam. Natregenen in het donker om in een vierkant lokaal Wiskunde niet te begrijpen. Af en toe wat lichtpuntjes. Leuke mensen. Een mooi liedje op een cassettebandje in een walkman met volle batterijen en een koptelefoon waar allebei de kanten het van deden. Dat ene nummer van Aphex Twin van dat Richard D. James album wat Lidwine voor me getapet had. De verwarrende schoonheid van de melancholische electronica deed veel voor een vijftien jarige ik. Ook al ging ik nergens heen. Leek ik nergens heen te gaan. De middelbare school telde zes jaren om succesvol doorheen te komen. Het tweede jaar moest al meteen nog een keer.

‘Nog drie jaar. Nog vier jaar. Wat??’ dacht ik zeer stoned tijdens een blokuur natuurkunde niet begrijpen. Er was letterlijk iemand het universum aan het duiden, een stukje daarvan althans, begrijpelijk gemaakt in behapbare stukken met een uitwisbare stift op een wit bord. Ergens best interessant.
Een uur wat ineens uit viel. Soms zelfs op een gunstig moment.
Mijn broer èn mijn zus die thuis kwamen in het weekend. Vis eten op zaterdagavond aan de eettafel in de achterkamer onder het spaarzame licht van de twee lampen.

Stiekem mee naar een illegaal feest in een kraakpand vlakbij Spaklerweg. Er viel toen iemand uit een raam en overleed maar daar waren wij niet bij. Dat was later. Mijn hoofd millimeteren met de tondeuse zodat eventueel geld voor de kapper aan andere dingen uitgegeven kon worden. Er waren geen digitale camera’s in die periode en was ik te ongezellig met mijn ouders om voor de camera van mijn vader in aanmerking te komen en dat is maar beter ook want gemillimeterd was bepaald niet mijn beste look. Het accentueerde mijn gezicht en de dingen die er uit groeide en de moeite die het had om iets te vinden om aan vast te klampen in de storm van alle dingen die tegelijk woedde. Wie was ik en wie diende ik te worden. Dat wilden ze graag van je weten op school. Natuurlijk had ik geen idee. Of nou ja. Ik was ik. Ik ben nog steeds ik. Al die jaren geweest. Wat ik wilde worden heb ik nooit geweten. Astronaut denk ik nu. Niet per se praktiserend. Ik denk nu dat ik toen graag wilde zweven door het heelal.

Op de tonen van LTJ Bukem en Richard D James.
‘Je moet rekening houden dat je met kunst geen droog brood kunt verdienen,’ zei mijn vader.

Ik weet niet meer wat ik gezegd had. Ik vroeg me af wat hij daar precies mee bedoelde. In zijn algemeenheid maar ook specifiek naar mij gericht. Zat er een diepere laag in dit antwoord op de vraag die ik in de tussenliggende jaren vergeten ben? Al sinds jongjong namen mijn ouders ons mee naar musea over heel Europa, dus aan kunst zelf zal het niet gelegen hebben. Hij wou me waarschijnlijk gewoon goed zien. Ik zal hem het antwoord een dezer dagen nog eens voorleggen en vragen of hij nog weet wat de vraag ook alweer was. Ik ben even vergeten waar ik naar toe ging met dit verhaal. Dit was mijn spreekbeurt.