Faberyayo - Yaynews Issue #223 - 22 oktober

Faberyayo - Yaynews | Comfy season
We spelen in Groningen. De chaos is overweldigend en fantastisch. Iedereen zat hier op te wachten. Ik raak mijn in-ear monitoren kwijt ergens richting tweederde van de show en doe de rest zonder. Mijn oren suizen op een euforische manier. Het is een lange weg terug maar dat is niet erg. We luisteren eerst Nico en daarna gewoon de Velvet Underground en Lou Reed. Het verandert organisch in britpop. Trash van Suede en Stop Crying Your Heart Out van Oasis en High and Dry van Radiohead en na een eindeloze rit door een pikzwarte nacht belanden we terug op mijn stoep. Ik val in een zwart gat. Het volgende moment gaat de wekker en moet mijn vrouw werken. Ik heb geen plannen gemaakt. Het is herfstvakantie. Ik weet niet wat ik dacht. Hoe ik verwacht had dat deze dag zou verlopen. Mijn hoofd is gevuld met vla. Gelukkig heb ik niet gedronken gister, anders zou het helemaal niet te doen zijn.
Ik besluit dat de enige oplossing is om iets groots te doen. Mijn nieuwe zwager vraagt of hij de auto kan pakken en ik vraag hem op mijn beurt of hij mij en de kinderen bij Artis af kan zetten. Dit gaat goed. Ik voel het.
Al op de Wibautstraat krijg ik een teken van het universum in de vorm van een wagenziek kind dat uit het niks van alles naar buiten manifesteert. We laten ons niet uit het veld slaan. Dit is waarom we altijd meerdere verpakkingen met vochtige doekjes bij ons hebben. We lopen het laatste stuk en houden stil bij de Coffee Company vlakbij Artis. De kindjes krijgen tosti’s en papa krijgt een zwarte koffie met een extra espresso er in. Het lijkt vrij weinig verschil te maken. Ik ben te koud aangekleed, merk ik. Ik kijk naar de lippen van de kinderen. Zijn zij ook te koud aangekleed?
‘Kindjes?’ vraag ik.
‘Hebben jullie het koud?’ wil ik er aan toevoegen maar de eerste ‘Kindjes?’ komt al niet binnen.
We moeten in beweging blijven. Dat is het beste. Ze willen graag hun eigen Artis pas vasthouden, leer ik, omdat ze het continu aan mij vragen. Ik weet vrij zeker dat ze kan kwijt raken dus hoor ik mezelf aanhoudend ‘nee’ antwoorden. De caffeïne doet zeer zeker niet niks, merk ik nu, ik treed buiten mijzelf. Ik heb er alleen niets aan omdat mijn hoofd nog altijd gevuld met vla is. Eenmaal in het park wil iedereen een andere kant op. Natuurlijk. Dat is hoe die dingen werken. Ik laat het los tot ik op mijn telefoon zie dat er allemaal dingen moeten gebeuren in mijn andere leven als niet-vader persoon. Dat speelt natuurlijk ook nog. De kindjes drukken om de beurt op al mijn knoppen.
‘Papa, ik heb het koud.’
Zal ik gewoon voor iedereen Artis truien kopen? Hoe laat is het? Waar zitten die wolven ook alweer?
We staan ineens op de rotsen doorgang tussen de twee pantervertrekken. Links zit het mannetje en rechts het vrouwtje. Ik kan me niet herinneren hier op geklommen te zijn. Ik hou een kindje in mijn armen en wissel met mijn vrije hand af tussen ons oudste kindje niet laten vallen van de richel en ons middelste kindje niet laten vallen van de richel. Hoe moeten we eigenlijk naar huis zo? Er is helemaal geen tram in de buurt die onze kant op gaat.
Mijn zwager belt als ik mijn telefoon pak om paniekerig te google-mappen. Hij vraagt of hij ons op moet halen en ik kan wel huilen van blijdschap. Wat een prachtige dag.