Faberyayo - Yaynews Issue #211 - 30 juli

Faberyayo - Yaynews | Comfy season
Het was eenzaam in de woestijn. Op zich een prima ontwikkeling. De professor was hier niet gekomen om gezellig te doen. Er lag een dik proefschrift te wachten op een deadline. In figuurlijke zin. Het feit dat het dikke proefschrift er nog niet in letterlijke zin lag was de reden van de aanwezigheid van de professor in de woestijn. Twee en een half jaar lang waren de hermetische kwaliteiten van het Prikkelmiraal grondig bestudeerd en in data veranderd op het laboratorium. Er was genoeg om conclusies uit te trekken. Het kon in feite nog meerdere kanten op zelfs. De professor hoefde maar een conclusie te kiezen en de data die kant op te smeren. Dit was een van de redenen waarom de professor in eerste instantie zo enthousiast aan de gang gegaan was. De mogelijkheid van een maakbare waarheid, zonder contrasterende en uiterst specifieke tegenwaarheden die in je nek hijgen. Gaandeweg was er een omslagpunt geweest. Het onderzoek was verandert in een proces en het proces vervolgens in een taak en de taak uiteindelijk in een sleur. Het laboratorium, de lab-kleding, de parkeervoorziening, de nespresso-cupjes van de jumbo, de lab-assistenten, de vrijdagmiddagborrels.
In de woestijn zou het anders zijn. De professor zou zich terugtrekken en vol overgave storten op de data en de romantiek zou terugkeren. Dat kon niet anders. Verstoten van alle impulsen van de stad zouden de cijfers en hun onderlinge verhoudingen magische eigenschappen verkrijgen en zou het zomaar ineens van zelf goed kunnen komen.
De professor nam een slokje koffie. Het was bitter en gitzwart. Het smaakte naar verplichting. Naar het geluid van marcherende laarzen.
‘Ja,’ klonk de stem van de professor uit het niets.
‘Tijd om aan de slag te gaan,’
‘Daar gaan we,’
‘We gaan het doen,’
‘Dit is m,’
‘Gaat ie dan,’
‘Yessss,’
Was de professor maar geil. Dan kon de hunkering naar seks misschien de drukkende waanzin van de deadline camoufleren. Maar de professor was niet geil. Dat kwam door de gitzwarte en bittere koffie. Er leek een explosie op komst. Er moest iets gebeuren. Flink gewerkt worden. Met de neus in de papieren. Conclusies ret-connen aan onderzoeksdata. Zwoegen. Afzien. Zweten. Deugen. Nuttig zijn.
‘Ja. Nuttig.’
De professor herhaalde de woorden nog een paar keer. Soms hardop, soms mentaal. Aldoor starend naar de paperassen op het bureau naast de dichtgeklapte laptop. Die laptop moest open. Dat is een goede eerste stap. Dat wist iedereen. Een dichte laptop is een uitnodiging tot dingen op stapelen. Letterlijk en figuurlijk. Maar de handen van de professor waren bezet met de koffiemok. De professor nam nog maar een slokje en keek naar de versleten stickers op de laptop. Wat een raar apparaat eigenlijk. Een laptop. En dat wilde men dan personaliseren met stickers. Een karakter suggereren. Of was de laptop een uitbreiding van het zelf en waren de stickers een poging om het innerlijk van de eigenaar te weerspiegelen naar de buitenwereld? Daar zou iemand eens een paper over moeten schrijven. Of misschien niet.
15 minuten later was de professor door de woestijn aan het sjokken in speciaal meegebrachte sjok-kleding. De koffie energie moest ergens naar toe.
De laptop stond veilig op het bureau, nog altijd gesloten.