Faberyayo - Yaynews Issue #205 - 25 juni

Faberyayo - Yaynews | Comfy season

Ik was net gaan zitten om een nieuwsbrief te schrijven toen het begon. Het geluid. In eerste instantie was ik niet bezig met geluiden en viel het me niet op. Ik was bezig met woorden. Woorden die zich zouden kunnen vormen rond een thema waarna ik een conclusie zou zoeken die alles mooi samen zou laten komen. Het was vroeg. Vroeg in de ochtend zijn er nog niet heel veel geluiden. Echt stil is het nooit. Er is altijd dat zuigende geluid van de atmosfeer. Het universum dat kolkt in de verte. De witte ruis uit de lucht is onze stilte. Soms gaat er ergens in de verte een motorvoertuig voorbij. Een teken van mechanisch leven. De mens komt er gevoelsmatig nog niet aan te pas. Daarom is het een fijn moment om te schrijven, denk ik. De stemmen komen later pas. De voetstappen in trappenhuizen van andere huizen. Een flard van een gesprek dat vanaf de straat door een open raam naar binnen fladdert.
Ik hoorde alleen het tikken van mijn eigen vingers op de toetsen van mijn eigen laptop toen het begon. Eerst ging er boven een douche aan en daarna begon er iets te tikken, simultaan met het gekletter van mijn vingertoppen op de knoppen met lettertjes van mijn computer. Het viel me niet op. Nee, dat is niet waar. Het viel me wel op, maar ik ging er in mee. Het kwam niet over op me als iets onaangenaams en daardoor accepteerde ik het. Al vrij snel begon het tikgeluid sneller te gaan dan het getik dat ik zelf voort bracht. Bovendien veranderde het van aard. Het was begonnen als een kort tikje met een droog einde. Het geluid was ronder geworden en eindigde nu in iets beslist niet droogs. Het besef groeide op mij. Deze heimelijke sonische binnendringer was een bekende. En geen gezellige huisgast die ieder moment welkom is. Sterker nog. Exact het tegenovergestelde. De laatste die ik over de vloer wilde hebben vroeg in de ochtend. De woorden waren allang niet meer in mijn hoofd. Mijn eigen geluiden verdwenen bovendien. Ik liep met gespitste oren van de bank naar de eetkamer om vast te stellen waar ik al voor vreesde.
‘Godnondeju.’
Daar waren ze. Vanuit het verste spotje aan de achterste rij boven het gedeelte tussen het keukeneiland en de eettafel. De druppels. Het onuitgenodigde water dat op dit moment een lekkage veroorzaakte in onze woning. Uit spotjes horen geen druppels te komen. Dat weet iedereen. Spotjes zijn voor licht. Eventueel dimbaar. Licht om onder te zitten aan de lange eettafel terwijl je het hebt over de dingen die er toe doen met mensen wiens mening je waardeert. Of in ieder geval mensen die je zelf hebt uitgenodigd om het mee oneens te komen zijn. Geen druppels. Die komen uit kranen. Of douchekoppen. Of de lucht. Ook prima. Het beloofde een bijzondere vrijdag te worden.