Faberyayo’s Yaynews - Issue #263 - 19 augustus
Het is de 30e verjaardag van mijn broertje. Hij heeft cowboy laarsjes in zwart slangenleer gekregen en ziet er uit als een filmster uit het Nederland van de jaren negentig maar dan op een moderne manier. We hebben hem verrast met onze aanwezigheid in een café in Amsterdam Zuid waar een Nederlandse film uit de jaren negentig niet zou misstaan. Ik ben een van de kinderen kwijt en loop rondjes door de zaak terwijl mijn ogen gestresst alle kanten op schieten. Ze zit onder een tafel. Het was een spel. Verstoppertje. Ik zie de weerspiegeling van haar jurk in het raam tegenover de lange leestafel.
Ik drink een nul procent IPA die prima smaakt. Mijn 30e verjaardag was tien jaar geleden. Tegenwoordig ben ik 40. In de anderhalve week aanloop naar mijn verjaardag kreeg ik het ineens op mijn heupen. Ik dacht overal nieuwe grijze haren te zien en kwaaltjes in mijn lichaam te voelen. Een paar dagen na mijn verjaardag stond ik mijn tanden te poetsen in de badkamer en realiseerde ik me dat ik al die tijd gedacht had dat ik als enige ooit 40 werd. Dat het een lot was dat ik volledig alleen moest dragen en wat bovendien nog nooit iemand anders had meegemaakt. Na 40 jaar op deze planeet nog steeds niet te oud om te beseffen dat ik niets weet en nog minder begrijp.
De kwaaltjes verdwenen en de grijze haren bleken voor een groot deel met lichtval en verkeerde spiegels te maken te hebben.
Natuurlijk ben ik 40. Hehe. Het is geen vraag meer of een naderende toestand maar een feit. Het is. Ik voel het aan mijn oren. De oorlel is lekker zacht en rond als voorheen. Het stukje daarboven, daar zit het. Daar zit de 40. We zitten aan een lange tafel te eten in een restaurant in Amsterdam Noord, als tweede verrassing-onderdeel van de 30e verjaardag van mijn broertje. Er zijn helium ballonnen met zijn naam en een slimme cijfer grap zodat daar ’30’ in verwerkt is. Hier is het voornamelijk vrienden. Iedereen heeft een bord warm eten en een glaasje drinken. Er wordt een foto van de tafel gemaakt door de ober waarvan ik nu al weet hoe ik er op ga staan. Er is een prachtige geïmproviseerde speech van mijn zwangere zusje en een cadeau van ons allemaal en ik ben blij dat het niet mijn verjaardag is omdat ik me dan altijd zo opgelaten voel omdat iedereen gekomen is omdat ik ze uitgenodigd heb en ik niemand genoeg aandacht kan geven. We drinken met zijn allen een digestief met een ondefinieerbare smaak. Iemand vraagt of ik langer geworden ben terwijl ik een kopje verveine sta te drinken bij de rokers. Het zou zomaar kunnen. Buiten is het donker. Van dat mooie donkerblauwe donker. Het IJ scheidt ons van de stad die van geen ophouden weet aan de andere kant. Dit jaar is het twintig jaar geleden dat ik er naar toe verhuisde. Getallen betekenen niks meer.