Faberyayo’s Yaynews - Issue #260 - 8 juli
Ik heb een afspraak om koffie te drinken. Ik arriveer stipt op tijd, ondanks het feit dat ik de hele nacht niet geslapen heb omdat een kindje de hele nacht zielig moest hoesten. Dat kan gebeuren. We weten hoe het werkt. Het grote mensen leven gaat onverminderd door. Het is rustig in de stad. Iedereen is naar werk of op school. Niemand is in de stad. Ik ben er zelf maar nauwelijks. Mijn hoofd is gevuld met vla. Tot mijn grote verbazing rijd ik in een keer op de meest praktische manier naar de lokatie van de afspraak. De kaart van de stad en de plekken op die kaart die ik ken bewegen constant in mijn hoofd als wanneer in een computerspel de camera die je volgt continu uit zichzelf hercalibreert.
Een meneer met een pak en hoge hoed larp situatie houdt de deur voor me open. Ik draag een joggingbroek en aangename schoenen. Als ik langs een hoge spiegel loop realiseer ik me dat het de outfit is van een karikaturale jaren ’90 Amerikaanse toerist. Het sluit aan bij de lokatie. Het is drukker dan ik dacht. Het ontbijt is nog gaande. Natuurlijk. Iedereen die hier is is hier vanwege vakantie. Niemand hoeft te werken of naar school. Ik maak een rondje en zie dat mijn afspraak er nog niet is. Ik vind een plekje achterin met uitzicht op het water en een grote plant die het zicht op het plekje vanaf de hotelkant wat verdoezeld. Ik ben precies op tijd. Iemand komt vragen of ze iets voor me kunnen doen. Ik zeg dat ik nog wacht op een vriend en word met rust gelaten. Ik vraag me af of ik zo thee of koffie zal bestellen. Ik heb al allemaal thee gedronken. Maar wat zal het effect zijn van de koffie op de vla in mijn hoofd?
Ik stuur een foto van de lege stoel tegen over mij naar mijn afspraak. Het is inmiddels kwart over afspraak.
‘Ik zit hier.’ zet ik er voor de zekerheid onder.
In het stukje van het ontbijt gedeelte van het hotel waar ik zit is niemand anders. Het is heerlijk stil. Er komt nog iemand vragen of ze iets voor mij kunnen doen. Ik zeg andermaal dat ik wacht op een vriend.
‘Mag ik uw kamernummer alvast?’
‘I’m not staying at the hotel.’
Men is verbaasd en niet verbaasd en daarna zit ik weer. Ik kijk op mijn telefoon. De gast gaat niet komen. Dat is ok. Ik ontspan en accepteer de heerlijke stilte van het hotel.
Als er iemand langskomt bestel ik toch maar een koffie. In mijn eentje krijg ik die vla wel onder controle. Het is lekkere koffie ook. Als ik opkijk hebben ze de ruimte met gordijnen afgesloten van de rest van het hotel. Ik glip door de spleet van de gordijnen in de lobby in en daarna de deur uit. Ik vergeet de betalen maar ze waren mij ook vergeten. Het is voor iedereen goed zo.