Faberyayo’s Yaynews - Issue #246 - 1 april
Het is vrijdag einde middag. We zitten in een café. Het is niet echt een café. Het is een oude loods met allemaal tafels er in en een kaart vol met bier. Ik vraag om een DIPA of iets wat daar op lijkt en krijg iets heel anders. Het smaakt naar open haard. Dat heeft wel weer wat. Het personeel is onwennig. Acteurs die hun rol thuis op papier hebben geoefend en nu ineens in een theater staan waar ze constant afgeleid worden door randzaken zoals het licht en de kleur van de gordijnen.
Dat is ook prima. We bestellen een mandje mini friet en praten over micro satire. Iemand stelt voor om in het Ethiopische restaurant hiernaast echt te gaan eten omdat ze hem daar kennen. Het blijkt een fantastisch idee. We worden warm verwelkomd door een vriendelijke mevrouw. Ze vraagt of we aan een traditionele tafel willen zitten. Ja. Ja op alles.
Het licht is hier heerlijk. Achterin is een grote wandschildering.
‘Ik stel voor dat we beginnen met allemaal een espresso en een bruine rum,’ zeg ik.
Niemand stemt tegen. De muziek is precies perfect. We shazamen een van de jams en de app geeft als categorie ‘wereldmuziek’ nadat we net twintig minuten uitvoerig spraken over hoe denigrerend die term is.
We drinken honingwijn maar ook bier omdat we door een verwarring meerdere dingen door mekaar besteld hebben. It’s all good. Ik bel met iemand over een situatie en besluit dat het er allemaal niet meer toe doet. Het is erg koud in de ruimte naast de wc’s maar ik wil niemand verder lastig vallen met mijn telefoongesprek.
We verschuiven naar een andere plek, hier om de hoek, ook in een oude loods, en komen op straat Zeldzame tegen met zijn broer. Ze moeten met ons mee.
‘We gaan in ieder geval een shotje drinken.’
Bij aankomst op de nieuwe locatie blijken er veel bekenden. Ik ben hier nog nooit geweest. Niet in deze hoedanigheid. Ik heb er wel eens pizza gegeten maar het is een soort bardancing nu.
We drinken chartreuse. Omdat ze dat hier hebben. Ik weet niet of iemand het echt lekker vind. Dat doet er ook niet toe. Ik kom de beste vriendin van mijn zusje tegen en vriendinnen van mijn vrouw en als ik terugkom met een dienblad met baco’s, is het café gezelschap van aan het eind van de middag in rook opgegaan.
De lekkere drank is op dus we gaan ergens anders een shotje halen. Iemand vraagt of ik Garage ga en ik antwoord: ‘WE GAAN PARKERE!’
Er staat een gigantische rij mensen voor het terrein van de dubbele club. Toch zijn we ineens binnen. Hier raak ik de draad kwijt. Ik snap het niet meer. Wat ik moet doen. Wat ik verwacht van een plek zoals deze. Er is veel herrie en een hoop mensen. Ik ben euforisch om iedereen te zien maar begrijp al snel dat het tijd is om te verdwijnen.