Faberyayo's Yaynews - Issue #243 - 11 maart

Faberyayo - Yaynews | Comfy season

Mijn kinderen mogen weer naar school. Ik kan het haast niet geloven. Ze hadden eerst een paar studiedagen, aansluitend vakantie en daarna ware ze ziek. Als ik ze ga brengen ben ik de kluts kwijt. Het schoolplein is half opengebroken en half vernieuwd. Ik snap niet waar ik mijn kind kwijt moet. Er staat een grote groep met ouders en kinderen bij de achterdeur en mijn kind sluit netjes aan. Ik heb nog een kind op de fiets en samen kijken we toe hoe ons eerste kind mee loopt met de stroom ouders en kinderen naar de deur die toch aan de andere kant van de school open blijkt te zijn gegaan. Ons eerste kind zwaait. Ik moet huilen. Ik weet niet waarom. Wat is dit. Hij moet terug komen. Ze mogen hem niet hebben. Niet vandaag. Wat gaan ze doen met hem. Dingen leren zeker.

‘Papa het licht is groen!’ zegt ons andere kind.

Ze heeft niet gelogen. Het licht is echt groen. Ik kijk nog een keer achterom maar de stroom heeft ons oudste kind meegenomen uit het zicht.

Ik vraag ons andere kindje wat ze vandaag wil gaan leren vandaag.

‘Nieuwe letters? Nieuwe kleuren? Nieuwe landen?’

‘Hmmmm.’

‘Nieuwe planeten? Nieuwe sterren?’

‘Nee! Die ken ik allemaal al!’

Wow. Alle sterren. Ik heb mijn twijfels. Maar ik weet ook niet alles.

‘Noem eentje dan.’

‘Poolster!’

Touché.

Ik kom niet verder dan Alpha Centauri.

‘Meerster!’

‘Welke is dat?’ vraag ik.

Het antwoord gaat verloren in de ‘vroege ochtend vlak voor school’ energie. Ons andere kindje kijkt me vol liefde aan om zich vervolgens om te draaien en in haar eigen school te verdwijnen. Ook dit voelt oneerlijk en verkeerd. We hadden nog zoveel te bespreken. Hoe moet ik ooit de ochtend doorkomen zonder te weten welke ster de Meerster is?

Ik kijk door het raam stiekem de klas in. Ons kindje is in gesprek met een ander kindje. Ik heb hier niets mee te maken. Dit is haar wereld. Haar universum. Wat kom ik hier bemoeien met mijn ogen. In het verleden was ik nu een kopje koffie gaan drinken maar dat trek ik niet meer deze dagen. Het is een prachtige ochtend de zon valt in gouden stralen op de straten. Ik fiets naar huis langs middelbare scholen met stickers met ‘Rookvrije Generatie’ erop en rokende kinderen ernaast. Ik heb zin om te spijbelen. Maar ik hoef nergens naar toe. Thuis kan vrijwel alles maar daar zit ik al de hele tijd. Daar ligt alles en vooral niets op de loer. Nee dat is niet waar. Er is nog een kindje thuis. Ons laatste kindje. Die heeft nog niet zo veel te scholen. Die gaat nog maar af en toe. Twee ochtenden in de week. Die heeft nog geen eigen leven. Ik hoop dat ze zin heeft om geknuffeld te worden.